Vaganova methode

Agrippina Vaganova was een professionele ballerina van het Imperial Russian Ballet en leefde van 1879-1951.

Na haar danscarriere ging zij les geven in klassiek ballet op haar voormalige school, de Keizerlijke Balletschool in St. Petersburg.
Zij stuitte  hierbij op een aantal problemen tijdens het lesgeven en was ontevreden over de toenmalige methode van de ballettechniek en het resultaat daarvan.
Daardoor is zij haar eigen methode gaan ontwikkelen, waarvan is bewezen dat deze hoort tot een van de meest succesvolle.
Vaganova combineerde de romantiek van het Franse ballet met het drama van het Russische ballet en met de sportiviteit van het Italiaanse ballet in een ballettechniek training en stijl die sterk en sierlijk is op hetzelfde moment.
Agrippina Vaganova benadrukte het belang van het opbouwen van kracht in de spieren, flexibiliteit in de onderrug, elasticiteit van de armen en een duidelijke vormgeving van de handen.

Agrippina_Vaganova_-Esmeralda_1910Agrippina Vaganova in de “pas de trois” van Paquita Sint Petersburg, 1910

Vaganova’s methode wordt ook gekenmerkt door dansers die hun heupen en torso “vierkant “ houden tijdens houding en bv. het maken van een arabesq. Ook benadrukt zij het hebben van hoge benen. Voor die tijd waren de uiterste grenzen van flexibiliteit in ballettechniek niet onderzocht totdat Vaganova een dergelijke flexibiliteit toevoegde aan haar ballettechniek trainingsmethode.
De methode is bedoeld om het lichaam te laten werken als een geheel, met een totale betrokkenheid van het lichaam in elke beweging en evenveel aandacht besteedt aan het bovenlichaam als aan de benen en de voeten. Vaganova geloofde dat deze aanpak het bewustzijn van het lichaam verhoogt, waardoor een volmaakte harmonie van beweging en een grotere expressie werd bereikt.
Bovendien is de Vaganova methode een opbouwend systeem: stap-voor-stap wordt de ballettechniek aangeleerd in een aantal jaren.
Uiteindelijk werd Vaganova directeur van de Keizerlijke Balletschool, die na haar overlijden in 1957 werd omgedoopt tot de Vaganova Ballet Academy als erkenning voor haar prestaties.

In 1934 publiceerde zij “Basic principles for classical ballet”, waarin zij haar ideeen uiteenzet over ballettechniek en onderwijs.
Het Vaganova trainingsprogramma werd gebruikt om de ballettechniek van enkele van de meest bekende dansers, waaronder Mikhail Baryshnikov, Anna Pavlova, George Balanchine en vele anderen te ontwikkelen.
Vandaag is de Vaganova methode de meest voorkomende methode van lesgeven in Rusland en wordt deze ook veel gebruikt in Europa en Amerika en blijft sterk van invloed op de moderne wereld van ballet.
Ook de Ballet-en-Dansacademies en Dans-en Balletgezelschappen in Nederland hanteren deze nog steeds hoog aangeschreven methode.